Gebruik cookies op deze website
Deze website gebruikt cookies om het effect van advertenties te meten en om statistieken te maken waarmee de gebruikservaring kan worden verbeterd.
Locatie | Stadsbibliotheek Venlo |
Categorie | Alle leeftijden |
Connie lezing Maand van de Geschiedenis | |
Prijzen |
|
Download | Toevoegen aan agenda |
Aan het begin van de Maand van de Geschiedenis belicht journalist/schrijver Arjeh Kalmann in een lezing bij Bibliotheek Venlo een tot nu toe onbelichte episode uit de naoorlogse historie van Venlo: het joodse leven in de jaren vijftig en zestig. Zijn recent verschenen roman 'Lopen hebben we moeten' speelt zich voor een deel in een niet met name genoemd Limburgs stadje af, waarin de goede lezer al gauw Venlo zal herkennen.
De hoofdpersonen van de roman, Ilse en Lev, maken deel uit van de kleine joodse gemeenschap. Zij is van vóór de oorlog en woont samen met haar oma; hij is van ná de oorlog en groeit op in een gezin met ouders die elkaar het leven zuur maken. Er wonen nog vijf à zes andere joodse gezinnen, elk met eigen geheimen en trauma’s als gevolg van de ongekende ontberingen die de ouders tijdens de Holocaust hebben doorstaan. Alles is anders dan het lijkt, onder een quasi harmonieuze oppervlakte gaat groot, onverwerkt leed schuil.
Het boek speelt zich met lange tussenpauzes af tussen de zomer van 1968 en een paar dagen vóór 7 oktober 2023. De decors wisselen van onder meer de Duitse Autobahn naar een paradijselijk strandje aan de Rode Zee en het schoolgebouw in Maastricht waar Ilse op 25 augustus 1942 voor het laatst haar ouders in levenden lijve zag.
In zijn lezing haalt Kalmann herinneringen op aan zijn jeugd in Venlo, vergezeld van jeugdfoto’s. Hij laat ook de aangrijpende beelden zien van de onthulling van de struikelstenen van Ilse's ouders (Ilse is niet haar werkelijke naam) en toont foto’s van haar huwelijk.
Kalmann kwam in 1955 op 5-jarige leeftijd in Venlo wonen, vertrok in 1968 naar Israël, maar keerde in 1971 terug om als journalist bij het Dagblad voor Noord Limburg te gaan werken. Sinds 1974 woont hij in Amersfoort. Voor zijn pensionering was hij hoofdredacteur van het Utrechts Nieuwsblad en de Amersfoortse Courant.
De roman is deels waargebeurd en krijgt door deze persoonlijke verhalen een extra lading. Na de lezing gaat de schrijver met het publiek in gesprek en is er volop de gelegenheid tot het stellen van vragen. Zijn boek is na afloop te koop.